HET LIED VAN ROZEMIEKE
oorsprong van het verhaal: zweethut
HET LIED VAN ROZEMIEKE
Aruna is meter van Rozemieke, net vijf jaar geworden. Ze komt een dagje logeren. Ze willen ijsroom maken, braambessenijs, want er komen vrienden op bezoek.
De tuin staat vol heerlijke bramen en al snel hebben ze paarse mondjes en handen.
Rozemieke wast al zingend de bramen : ‘Hmmm… ik mag de braambessen wassen…en straks komen de mensen… en dan zullen ze vragen hoe komt het dat die ijsroom zo lekker is…hmmm …en dan zal meter zeggen omdat die ruikt naar Rozemiekes handjes…want mijn handjes ruiken zo lekker… en dan gaan ze zeggen ‘dit is de lekkerste ijsroom die we al gegeten hebben …’
Aruna zingt mee … hmmm … lieve mensen … hier lekker bramenijs … ruik, hoe heerlijk hmmm … hoe zou dat komen? … het kleine meisje glundert … hij ruikt naar mijn handjes …
Een half jaar later is het lentezweethut. Ze vieren het begin van de lente, in het levenswiel de plek van het oosten, waar de zon opkomt, de plek van geboorte …
Aruna vertelt over Rozemiekes lied.
En niet alleen Rozemieke, elk pasgeboren boeleke ruikt heerlijk. Het is de kunst om met je eigen heerlijkheid in verbinding te blijven en telkens opnieuw een manier te vinden om die te leven.
Een man brengt in dat zoiets makkelijk is als je een goede thuis hebt gehad, maar als je zoveel meegemaakt heb als hij, dan kan je daar niet meer bij.
Aruna vertelt hoe Rozemieke als foetus zwaar ziek was, ternauwernood aan de dood ontsnapt is, heel magertjes is geboren in een gebroken gezin vol pijn en verdriet en lange tijd niet wilde eten … en haar handjes ruiken heerlijk…
Dan wendt ze zich expliciet tot de man: “Als je je niet kan verbinden met je eigen zaligheid, luister dan naar het lied van Rozemieke. Ontvang het als een druppeltje medicijn en weet dat jij als baby heerlijk geurde, wat er ook in jou leven gebeurt of gebeurd is, .
De mensen wandelen rond de vijver, Rozemiekes lied wandelt mee.Het is verrassend eenvoudig wat het lied hen aan heerlijkheid brengt: hoe ze al sinds hun kindertijd verbonden zijn met bloemen, of vlinders achterna liepen, of als kind al gefascineerd waren door vliegtuigen en van hoge luchten en verre landen droomden, of hoog in de bomen mee wiegden met de wind, of met hun handen pijn konden verzachten, of de geur van de zee met zich meedragen… en hoe ze al die heerlijkheid meer plek willen geven in hun leven, opnieuw willen laten geboren worden.
Verbonden met hun heerijkheid lopen ze het levenswiel en vieren de lente, de geboorte van nieuw leven in de zweethut.
DESTRUCTIEMATERIAAL
JE ZELF VERTROUWEN
STERVEN
De eerste vrouw
OERVERLANGEN
DE DIEPTE NEMEN
AFSCHEID OVER DE GRENS
DE OOIEVAAR
GESLAGEN
AARDVADER
DE DROOM AANNEMEN
AFRIKAANSE HUT
DE ZAADGEVER
MOEDER ZIJN
GELE WOLVENOGEN
een hap uit de maan
het moeras
ménage à trois
PANISCH GEDICHT
verloren lopen
GEVOELIG EN GEWETENSVOL
DRIE ZUSSEN
VERGEVEN
geboren worden
VOORGAAN
L’arbe
hartklem
VADER
WEES ECHT EN NIET VERLEGEN
incarneren
MONARKENGRAF
DE ARMEN VAN DE DOOD
de ontheemden
AFSCHEIDSBRIEF
GEKERFDE HANDEN
de tijger
de moedergroep
ooievaarsvrouw
DE KRING SLUITEN
MENSWORDEN
GEBOORTEDAG
EEN DRUPPELTJE MEDICIJN
IN DE VIS
ELF MANNEN IN DE WOESTIJN
Grot
GEVANGEN
MIJN ZUSJE
HEILIGE NACHTEN
DE WATERPUT
mishandeld
GESPREK MET EEN OUDERLING
GEDRAGEN DOOR ILMBJÖRK
hongersex
DE MOED DER WANHOOP
GOUDIEP
HEIMWEE
KEUKENHANDDOEK
MIJMERINGEN BIJ EEN ZIEK VEULEN
HENGSTENDANS
IJSKOUD
REEBOK IN DE WEI
Oude man
GEBROKEN
MIJN ZOON
PAARDENKLANKEN
Ik ben een steen
op verhaal komen
moleculendroom
Liefde
ZOMERDROMEN
IK ZIE HET HARTJE KLOPPEN
De voetwassing
Hoe ik meter word van een ongeboren kind