HEILIGE NACHTEN
oorsprong van het verhaal:heilige nachten
Tussen Kerst en Driekoningen valt de nacht het diepst over ons. Het lijkt of de tijd stil staat voor de dagen weer gaan lengen. In de noordelijke landen wordt dit ook de ‘tijd tussen de jaren genoemd’ en wordt er van oudsher veel aandacht aan de droomwereld geschonken. Aruna houdt ervan om in deze periode een droomgroep te geven. De glans van de Kersttijd straalt er omheen en in het luisteren naar dromen verbinden mensen zich makkelijker met wat voor hen wezenlijk is.
Een jonge vrouw vertelt een droom.
Ik sta op een grasveld. Alles is grauw en miezerig, ook het gras. Er zijn nog mensen, maar ik heb geen contact. Op een tafeltje staan vazen met verlepte bloemen. Iemand, een stem, zegt dat ik voor de bloemen moet zorgen. Ik geef ze water, maar de vaas is lek en ik weet niet wat ik moet doen.
De troosteloosheid die ze ervaart in de droomomgeving, kent ze ook in haar dagelijks leven. Haar vader heeft erg geleden en is chronisch depressief. Soms wordt hij opgenomen in een psychiatrisch centrum. Het weegt op het gezinsleven.
Aruna vraagt haar om in de droom naar de verlepte bloemen te kijken. In contact met de bloemen komt de herinnering aan grootmoeder naar boven, de moeder van haar moeder. Zij heeft groene vingers. Heel haar huis en tuin staat vol planten. Aruna merkt hoe er in het vertellen over grootmoeder een gouden schijn rond deze vrouw komt. Ze vertelt hoe ze steeds scheuten en stekken krijgt van grootmoeder en glimlacht spijtig… deze plantjes verwelken al snel onder haar handen. Ze geeft ze telkens opnieuw te veel water. En toch neemt ze de plantjes telkens opnieuw aan omdat ze zo van haar grootmoeder houdt. Aruna vraagt de jonge vrouw om zich te verbinden met grootmoeder, haar beeld op te roepen.
De groene vingers heeft ze niet geërfd. Wat heeft ze wel van haar grootmoeder geërfd?
Haar humor.
Spontaan vertelt ze over de fratsen van grootmoeder. Grootvader ergert zich eraan, maar grootmoeder doet steeds vrolijk verder. Plots realiseert ze zich dat haar moeder die humor ook heeft, al is die versomberd onder de zwaarmoedigheid van vader. Aruna raadt de jonge vrouw aan om met moeder en grootmoeder te praten en hen te zeggen hoezeer ze hun humor apprecieert. Ja dat wil ze graag doen, ze wordt helemaal vrolijk en haar ogen stralen guitig. En meteen komen er verhalen van de eigen fratsen die ze uithaalt. Ze was dit haast vergeten en bloeit nu helemaal open.
Daarna vertelt een man van zeventig een droom waarin hij een sportieve opdracht moet doen met een vrouw. In één adem zegt hij dat hij niets met die vrouw heeft, het contact staat enkel in functie van de opdracht, een relatie tussen hen is geen item.
Dit zeggende wordt het thema relaties meteen een item.
Hij komt nog meerdere vrouwen tegen in de droom. Gaandeweg wordt duidelijk dat de droom zich afspeelt in de omgeving waarin hij is opgegroeid. Hij heeft zich door zijn ouders nooit gewenst gevoeld. Zijn moeder kon haar hart niet voor hem openen.
Kent hij de geschiedenis van zijn moeder? Ja, hij heeft al een heel begeleidingstraject doorlopen.
Dat is goed, het is belangrijk dat een mens zijn geschiedenis kent. Dan kunnen ze kijken naar wat nu aan de orde is. Aruna vraagt hem naar de jonge vrouw te kijken met de woorden: “Ik verlang zo naar een vrouw die haar hart voor mij opent.”
Zijn ogen worden vochtig. Na dertig jaar huwelijk is hij gescheiden omdat zijn vrouw niet echt voor hem kon kiezen. Steeds wilde zij dat hij iemand anders was dan hij was. Hij kon niet aan haar verwachtingen voldoen. Wat hij ook deed, hij schoot steeds te kort. Aruna zegt hem dat liefde schuilt in het houden van iemand zijn tekorten. In een goed huwelijk neemt men de ander aan precies zoals hij is. Pas dan kan een mens openbloeien. Ze is daar al vaak getuige van geweest.
Het ontroert de dromer en ook de jonge vrouw.
Nu vraagt ze hem om tegen de vrouw te zeggen: “ Ik verlang naar een vrouw die echt voor mij kiest. Dit verlangen hoort bij mij. En ook al wordt het niet vervuld, het is mijn verlangen.” In dit oogcontact tussen beide deelnemers ontstaat een gewijde stilte. Mensen hebben de ander nodig om bij zichzelf te komen, dat is de kracht van groepswerk.
Ter afronding vraagt ze de deelnemers hun droom te tekenen. De oudere man is geremd, hij kan niet tekenen.
En dan komt er een magisch moment. In zijn tekening heeft de oude man zich spontaan verbonden met de droom van de jonge vrouw. Hij tekent een mooie vaas vol prachtig gekleurde bloemen die het vuur van zijn verlangen en zijn liefde uitstralen.
Stil zitten ze samen bij de haard rond de vaas vol kleurige bloemen.
Heilige nachten.