En vrouw van in de veertig komt bij Aruna om zich te laten dragen door Ilmbjörk. Ze heeft elders een workshop gevolgd rond verbinding met ouders. Haar vader is gestorven toen ze nog kind was. Moeders rouwproces was alles overheersend met weinig aandacht voor het verdriet van haar dochter. Door de rouw van haar dochter geen plaats te geven, leek het of de liefde van de dochter voor haar vader er niet mocht zijn. Dat heeft een wig tussen moeder en dochter geslagen.
In de workshop kon deze vrouw voor het eerst ervaren hoe beide ouders in haar verenigd zijn. Iemand heeft haar Aruna aanbevolen om deze ervaring te consolideren in een sessie met Ilmbjörk.
Aruna legt uit dat het paard wordt vaak gedroomd als drager van de ziel bij conceptie, het belichaamt in dromen meermaals de erotische energie, het attractieveld tussen eicel en zaadcellen. Bij conceptie worden moederen vader op celniveau één, worden geest en materie één… En sommigen dromen het net anders om: de geest oplicht uit de zygote bij het één worden van eicel en zaadcel.
Aruna vraag haar of zij contact kan maken met het oer-bewustzijn bij conceptie en of ze zich gedragen door Ilmbjörk kan verbinden met het erotisch veld tussen haar ouders. De vrouw heeft nog nooit op een paard gezeten, het is best wel spannend. Aruna nodigt haar uit de beweging van de merrie toe te laten, het langzame schommelen, voor achter en ook zijwaarts. Stap voor stap krijgt ze voeling met haar lijf en kan ze zich overgeven aan de beweging. Dan vraagt Aruna om de gang van de poten in haar bekken te voelen, links, recht,… In de links rechts beweging van de achterpoten komt de vrouw haar bekken helemaal los. Dan vraagt Aruna om zich te verbinden met het thema van het weekeinde: hoe beide ouders in haar verbonden zijn.
Het wonder van de eenwording, de éénwording van vader en moeder (eicel en zaadcel), van lichaam en geest, hemel en aarde… het is een heilig moment. Stil en vervuld wandelen ze door het bos. De eerste herfstkleuren tonen de schoonheid van vergankelijkheid, het vallen in de tijd vanuit de eeuwigheid.
Vanuit die gewijde stilte praten ze over hoe fijn het is om zo gedragen te worden. De vrouw weet zich gewiegd in de moederschoot en de eens zo geblokkeerde liefde voor haar moeder kan terug stromen en zich verbinden met haar liefde voor vader. Het is heel ontroerend om bij deze vrouw aanwezig te zijn. Gedragen door Ilmbjörk, voltrekt dit proces zich vanzelf. Aruna hoeft als begeleider niets te doen, enkel aanwezig te zijn. Ze weet zich een bevoorrechte getuige van dit heilig moment.
Volgende week is het een jaar geleden dat deze vrouw haar moeder is gestorven. Ze had haar vele jaren niet gezien. Toen ze hoorde dat moeder terminaal ziek was, ontstond er terug een voorzichtig contact. Aruna stelt haar voor om op haar sterfdag samen naar het monarkengraf te gaan, een 5000 jaar oude grafheuvel in het bos. Ze spreken af.
Ilmbjörk is onrustiger nu. Ze heeft een week niet kunnen grazen en op hooi gestaan. Aruna’s verlangen om een rustige, serene sfeer te creëren bij dit gedenken van de dood van moeder, strijdt met de graaslust van haar merrie. Tot ze merkt dat de vrouw doorheen de onrust heel verbonden blijft met de merrie. Dat helpt Aruna het verlangen naar een serene sfeer los te laten en in verbinding aanwezig te zijn bij de merrie. Ze gaan samen de grafheuvel op. Door een opening tussen de hoge dennenbomen valt gouden zonlicht. Stil laten ze het licht over zich heen komen. Ilmbjörk wil opnieuw grazen, het aardse gras boeit haar meer dan hun verbinding met de hemel. Aruna laat haar grazen en merkt hoe de merrie in dit grazen de vrouw blijft dragen en zo juist de verbinding tussen hemel en aarde bestendigt.
De vrouw zakt heel diep in haar bekken, het komt helemaal open. Ze ervaart een diepe liefde voor haar ouders en vrede met hoe het leven gegaan is. Stil wandelen ze verder door zachte herfstbos. Ze opent zich helemaal voor de beweging van de merrie onder haar en voelt zich verbonden met hemel en aarde, leven en dood. Het lijkt alsof ze uit het sterven van de ouders opnieuw kan geboren worden, nu helemaal op eigen benen.
Soms voltrekt de incarnatie pas ten gronde als de ouders gestorven zijn.
Aruna ervaar een diepe dankbaarheid voor deze gevoelige vrouw en de schoonheid van dit werk. Dank zij haar vindt ze de kracht om zich niet te laten ontmoedigen door haar eigen onzekerheden als paardenbegeleider en haar weg met Ilmbjörk verder te verdiepen.
Haar mentor voegt een extra dimensie toe aan het verhaal:
“De kracht van dit verhaal doet me stilstaan, om de Levenskunst van “niet willen ingrijpen of manipuleren” te verfijnen. Het is een verhaal van Kracht en dee-moedigheid, zich de moedigheid toeëigenen om gewillig de stroom te volgen. Hoe groot de graaslust van het leven ook is, door het toe te laten ontvouwt zich vaak een geheim dat voor de ogen niet zichtbaar is….”
.
|