.
DE TIJGER
Oorsprong van het verhaal: Ziel in beweging
Ik zie een grote tijger, heel groot. Ik zou hem kunnen aanraken. Hij kijkt me recht in de ogen, niet bedreigend, wel gevaarlijk. Ik huiver, voel zijn immense kracht die langzaam bezit van me neemt. Ik ben gevaarlijk.
Aruna huivert. Een gelijkaardige droom is haar in een andere context door een vrouw verteld, jaren geleden.
Nu door deze man. Kort en bondig, ze voelt de tijger-energie in de ruimte.
Zijn vrouw is bij hem weggegaan en met de kinderen naar Zwitserland getrokken, hij krijgt hen amper nog te zien.
Zij is door erfenissen miljonair geworden.
Hij zit tot over zijn oren in de schulden door gerechts- en advocaatkosten, trekt aan het kortste eind.
Zijn nieuwe relatie gaat gebukt onder zijn verdriet.
In een opstelling wordt het tastbare energieveld zichtbaar aan de hand van representanten voor de moeder, zijn kinderen, de tijger, Zwitserland en de miljoenenerfenis.
De man staat alleen, langzaam sluipt de tijger naar hem toe… het luide , krachtige gebrul van het dier gaat door merg en been. Aanvankelijk krimpt de vader bevend in elkaar in elkaar. En dan gebeurt het …de man richt zich op, gaat naast de tijger staan en kijkt hij de moeder van zijn kinderen stevig in de ogen, klaar om haar aan te vallen…
Iemand vraagt of ze zijn geliefde mag representeren. Aruna knikt, de vrouw gaat naast de man staan, ze legt een hand op zijn schouder. Hij begint te beven, nog steeds klaar om aan te vallen.
Aruna geeft hem woorden: “Tegen uw miljoenen kan ik niet op. Maar de kracht van mijn liefde voor de kinderen kan je niet breken. En eens zullen ook zij de kracht van hun liefde voor mij kunnen leven.”
De tijger brult, het gaat door merg en been.
Na de opstelling begint de man hevig te trillen en te beven. Aruna laat hem met een deken rong zich bij het vuur zitten. Tijgerenergie is een grote energie om in een mensenlichaam te dragen.
Iedereen is onder de indruk van het gebeuren.
Bij het afronden van de dag zegt de man: “De tijger heeft me de kracht gegeven om niet onder te gaan, de pijn te dragen en stevig in mijn waarde als man en als vader te blijven. Ooit zullen we in waarachtigheid samen zijn.”