ONTHEEMD
Aruna kijkt uit over het zwanenmeer… hoe de zwanen varen over het water.
Het geeft haar rust.
In haar mijmeringen verschijnen ze, de ontheemden. Velen hebben haar al bezocht. Mooie mensen… die onthecht en bezield leven… dicht bij de natuur …tuinen vol wilde kruiden… kleine gemeenschappen met woonwagens en yurts…
Ze maken geen vliegtuigreizen…delen één auto met velen en gebruiken hem dan nog minimaal…
Ze hebben niet veel nodig… en wat ze hebben is van onschatbare waarde: ze hebben voeling met wat wezenlijk is.
Beetje bij beetje wordt het hen ontnomen. De natuur wordt hen ontstolen, overal worden ze verjaagd, ze passen niet in de overheidsplannen…
Moeders die zelf hun kindjes willen voeden tot die uit zichzelf de borst ontgroeien, vaders die aanwezig willen zijn bij hun kinderen… ze kunnen zich niet kunnen inschakelen in de opgelegde structuren, verdwijnen in de marge van de maatschappij en krijgen geen erkenning in wat voor hen wezenlijk is…
Kapitalisme heeft hun kleine winkeltjes overgenomen.
Politiek zijn ze niet vertegenwoordigd, vroeger was er nog Agalev, anders gaan leven, maar die partij is al lang verdwenen.
Ze ontberen het kapitaal om natuur te kopen. Natuur is natuurlijk niet te koop, de aarde is van zichzelf.
Natuurbescherming gebeurt met lawaaierige, grote machines, zonder respect voor het leven van de aanwezige mensen, planten en dieren omdat ze niet in hun visie passen. Soms gaan ze over tot grove onteigeningen.
Aruna heeft haar eigen plek gekocht. Ze beschouwt het niet als haar bezit, wel als een recht om voor die plek te zorgen, er mensen te ontvangen of er gewoon te laten zijn. Hoe lang zal het duren voor men er van overheidswege beslag op legt onder het mom van natuurbehoud … ?
Ze laat de gedachte los, genieten van wat er nu is zonder het onvermijdelijke in het leven te roepen.
Tijdens haar mijmeringen denkt ze terug aan een man die een tiental jaren geleden is langs gekomen. Hij betekende in zijn authentieke verbondenheid met de geestelijke wereld veel voor een hele generatie jongemannen .
Nu kon hij alleen maar huilen. Hij leefde in een cabanneke, verborgen in het kreupelhout tot de overheid haar blik liet vallen op zijn schuilplek in de natuur, hij moest verhuizen.
Hij had materieel niets opgebouwd, onvoldoende inkomen om iets te huren… ze kon alleen maar luisteren en hem helpen om in verbinding te blijven met wie hij in wezen is: een wijs man die voeling heeft met de helende krachten in de natuur … ook als hij niet meer in de natuur kan leven.
Zijn verhaal heeft haar vaak geïnspireerd in gesprekken, het is belangrijk voor je basis te zorgen: woonst, eten en kleren.
Al mijmerend beseft ze voor het eerst: het zijn niet alleen de indianen die verdreven zijn van hun gronden. Ook zijzelf heeft met pijn in het hart meegemaakt over hoe de bossen waarin ze was opgegroeid werden ingepalmd door grote villa’s en de rivier waarin ze leerde zwemmen een open riool werd, hoe de boeren hun grond werd ontnomen of hun bedrijven noodgedwongen werden geïndustrialiseerd…
En met haar hebben vele anderen dit beleefd. Ook toen was er veel verzet maar de macht van het kapitaal was te sterk en verdreef mensen van hun geboortegrond.
En zoals dat wel vaker gaat, komt er de volgende dag iemand naar haar met dezelfde gedachte: het zijn niet alleen de indianen, ook wij werden en worden verdreven van onze geboortegrond, de grond van onze voorvaderen.
Er zijn krachten aan het werk die groter zijn dan onszelf. De kunst is om voeling te houden met ons eigen licht, met wat voor ons wezenlijk is, en het laten schijnen waar mogelijk.