DE MOED DER WANHOOP
Eind maart. Tijdens de koude wintermaanden werkt Aruna enkel individueel bij de paarden, nu is er weer een groepsmoment.
Een haar onbekende man, immens droef en duidelijk op zijn ongemak, trekt haar aandacht. Hij merkt het en kijkt haar intens aan.
Een driejarig hengstveulen gaat in de weide liggen. Aruna kijkt naar het veulen, de man begint te snikken.
Zijn zoontje van vier is gestorven.
Ara, de moedermerrie gaat bij het veulen staan.
De man stamelt: “Ik kan niet blijven, ik kan niet bij mijn vrouw en kinderen blijven.”
Eén van de deelnemers vraagt of ze zijn vrouw mag vertegenwoordigen en gaat schuin naast hem staan. Ze kijkt verbolgen. De man verstijft.
Aruna vraagt hoeveel kinderen ze hebben.
“Met haar heb ik twee tienerzoons. Zij weet niet van mijn andere relatie en de zoon die we samen gekregen hebben.”
“De zoon die gestorven is?”
Hij knikt.
Er komen twee vertegenwoordigers voor de tienerzoons naast moeder staan.
Het is nu even heel stil in de weide.
De man zegt: “Ik kan hier niet blijven staan.”
Langzaam stapt hij naar het veulen en knielt neer.
De jonge hengst komt recht en dartelt de weide in. De moedermerrie blijft bij de man staan.
De vertegenwoordigers voor de moeder en de tienerzoons kijken verbijsterd.
Aruna vraagt hem terug bij de groep te komen.
Hij schudt zijn hoofd.
“Je hebt hier nog iets te klaren.”
De moedermerrie wandelt weg van de man.
Langzaam komt hij recht en stapt met moede voeten naar de opstelling.
De leidende hengst is inmiddels bij de moeder en de tienerzoons gaan staan.
De man zegt: “Ik kan hier niet blijven. Ik hoor bij hen.”
Hij kijkt naar het veulen dat terug bij de moedermerrie staat.
“We zijn in leven en dood verbonden.”
Eén van de zoons protesteert en zegt hard: “Ook wij zijn met u en uw bedrog verbonden.”
De man vraagt:”Mag ik vertrekken? Ik wil naar huis.”
Aruna antwoordt: “Waar is thuis?”
Er verschijnt even een zweem van schuld op zijn gezicht.
“Je hebt te leren om te blijven, ook als het moeilijk is.”
Ze bedankt de representanten, die gaan even rollebollen in de weide.
Tegen de man zegt ze: “Neem je tijd. Verlies van een kind draag je je leven mee. En ook bedrog heeft veel tijd nodig om uit te klaren.”
Hij knikt.
Aruna zegt: “Bedankt om te komen met zo’n gevoelig thema. Daar is moed voor nodig.”
De man antwoordt: “En wanhoop.”
HET LIED VAN ROZEMIEKE
DESTRUCTIEMATERIAAL
JE ZELF VERTROUWEN
STERVEN
De eerste vrouw
OERVERLANGEN
DE DIEPTE NEMEN
AFSCHEID OVER DE GRENS
DE OOIEVAAR
GESLAGEN
AARDVADER
DE DROOM AANNEMEN
AFRIKAANSE HUT
DE ZAADGEVER
MOEDER ZIJN
GELE WOLVENOGEN
een hap uit de maan
het moeras
ménage à trois
PANISCH GEDICHT
verloren lopen
GEVOELIG EN GEWETENSVOL
DRIE ZUSSEN
VERGEVEN
geboren worden
VOORGAAN
L’arbe
hartklem
VADER
WEES ECHT EN NIET VERLEGEN
incarneren
MONARKENGRAF
DE ARMEN VAN DE DOOD
de ontheemden
AFSCHEIDSBRIEF
GEKERFDE HANDEN
de tijger
de moedergroep
ooievaarsvrouw
DE KRING SLUITEN
MENSWORDEN
GEBOORTEDAG
EEN DRUPPELTJE MEDICIJN
IN DE VIS
ELF MANNEN IN DE WOESTIJN
Grot
GEVANGEN
MIJN ZUSJE
HEILIGE NACHTEN
DE WATERPUT
mishandeld
GESPREK MET EEN OUDERLING
GEDRAGEN DOOR ILMBJÖRK
hongersex
GOUDIEP
HEIMWEE
KEUKENHANDDOEK
MIJMERINGEN BIJ EEN ZIEK VEULEN
HENGSTENDANS
IJSKOUD
REEBOK IN DE WEI
Oude man
GEBROKEN
MIJN ZOON
PAARDENKLANKEN
Ik ben een steen
op verhaal komen
moleculendroom
Liefde
ZOMERDROMEN
IK ZIE HET HARTJE KLOPPEN
De voetwassing
Hoe ik meter word van een ongeboren kind