DE EERSTE VROUW

       


oorsprong van het verhaal: gesprek, ziel in beweging

Een man komt voor het eerst bij Aruna, een vriend heeft  haar  aanbevolen. 
Hij wil gewoon met iemand van gedachten wisselen.
Zijn vrouw heeft hem vijf jaar geleden verlaten voor een andere man, na 36 jaar huwelijk. Ze hebben samen drie volwassen kinderen.
Toen ze weg ging, zonk de grond onder zijn voeten weg, het liefst wilde hij sterven. Het was hard voor zijn kinderen om te zien… doch het overkwam hem… zijn levenslust was weg… hij had het niet in de hand.
Nu gaat het al enkele maanden beter.
Het keerpunt was de ontmoeting op zijn werk met een hem onbekende man. Die man vroeg of hij Rita van Schoonbeek kende. 
Spontaan antwoordde hij: “Ja, dat is mijn schoonzus.”
“Ik hoorde het mezelf zeggen, voelde me meteen verlicht, viel terug samen met mezelf.
Rita van Schoonbeek is zijn schoonzus. Het is niet omdat mijn vrouw bij mij is weggegaan dat ik dat niet meer ben”
Hij kijk Aruna aan, peilt haar reactie.
Zij zwijgt en luistert.
“Ik ben geen ex-man. Ik ben haar eerste man, de man waarmee ze 36 jaar gehuwd is, waarmee ze drie kinderen heeft. Haar zus blijft mijn schoonzus, ze is immers de tante van mijn kinderen, de meter van mijn oudste, haar ouders zijn mijn schoonouders, het zijn immers de grootouders van mijn kinderen. Zij is mijn eerste vrouw en zal dat altijd blijven.”
Hij zegt dit heel rustig en verbonden.
“Zien jullie elkaar nog?”
“Neen, dat brengt me te zeer in shock, nog altijd. Ik vind het jammer voor mijn kinderen, maar wil dit mezelf niet aan doen, ik heb te diep gezeten.”
Aruna zegt: “Ja, er is pijn die niet overgaat.”
“Dat weet ik, en zo kan ik er mee leven, door hem te beschermen en niet wakker te maken.
Er is pijn die heelt door aanraking en er is pijn die je moet laten rusten.”
“Wat mooi, zo heb ik het nog nooit verwoord.”
“Mijn vriend heeft me naar jou verwezen, hij vindt dat ik niet los kom van haar dat het tijd wordt dat ik haar ex wordt en we elkaar kunnen zien op verjaardagsfeesten voor de kinderen. Maar dat kan ik niet, ik weet dat het me te veel pijn doet. En ik weet ook dat ik nooit meer met haar wil samenleven, maar ze is niet mijn ex, ze is mijn eerste vrouw en zal dat altijd blijven.”
Hij kijkt haar nu wat onzeker aan.
“Beschouw je je nog als haar man?”
“Wettelijk niet meer,  ik blijf wel in wezen haar eerste man.”
Aruna vraagt: “Mag ik jouw verhaal vertellen in de groep Ziel in beweging. Daar komen de ex-en ook vaak ter sprake. Ik nodig hen steeds uit te spreken van hun eerste vrouw of man, soms hun tweede of derde. Dat is voor sommigen niet evident. “
De man begint nu te stralen. Eindelijk iemand die hem aanneemt.
Aruna glimlacht: “Bedank je vriend voor zijn vertrouwen in mij.”