AFSCHEIDSBRIEF
Ze zijn samen bij Aruna: zijn geliefde, zijn moeder, zijn zus, zijn hartsvriend.
Vol tranen geven ze haar de afscheidsbrief.
Zal ik hem voorlezen?
Ze knikken.
ik ben heengegaan
vraag u niet af waarom
ik weet het niet
jullie liefde heeft mij gesterkt
om de roep naar het hiernamaals te volgen
niet wetend waar naartoe
ik weet dat ik voor altijd,
een plek heb in jullie hart
hoe lang duurt altijd?
en lieve Els,
ik weet dat ge samen kinderen wou
en kan ze u niet geven
ik weet niet of liefde eeuwig duurt
en hou van jullie
niet wetend of ik er nog zal zijn
en lieve moeder
ik weet dat ge er altijd voor me zijt
en graag had willen praten
hoe praten over waar geen woorden voor zijn
ik volg de roep
en voel een buitenaardse rust en vrede
in stilte ben ik gegaan
naar het grote onbekende
ik hou van jullie
Aruna’s ogen vullen zich met tranen.
En allen voelen ze hoe een diepe liefde de ruimte vult.
Geen wanhoop, geen kwaad woord, geen verwijt
alleen liefde voor de zoon, echtgenoot, broer, vriend die is heengegaan.
Samen huilen doet hun verdriet langzaam smelten,
ze zullen nog veel huilen voor het weggesmolten is
en helemaal weg zal het nooit zijn, het gemis en de liefde blijven. Dit is de meest wonderlijke ontmoeting die Aruna heeft meegemaakt.
Ze kijkt nog lang naar de zwanen op de vijver, vervuld van een diep respect voor deze rouwende, liefhebbende, aanvaardende mensen… er zijn geen woorden voor.